Ons Soort Mensen II
Blijf op de hoogte en volg Roos
13 Augustus 2013 | Spanje, Sarria
Tijdens de beklimming van de Cebreiro vandaag fietste ik de provincie Galicië binnen. Het gidsje vertelt daarover dat veel pelgrims pas in Galicië hun tocht beginnen omdat je al een 'oorkonde' krijgt in Santiago stad bij 100 gelopen of 300 gefietste kilometers.
Nu zijn díe pelgrims wezenlijk anders dan het volk waar ik tot nu toe onder toefde. In het blog 'Ons Soort Mensen 1' ging het over de verschillen tussen fietsers onderling. Nu gaat het over 'echte' en 'niet-echte' pelgrims.
In de sociale psychologie wordt gesproken over ingroup en outgroup. Ingroup = OSM. De outgroup, dat zijn de anderen. Wandelaars versus fietsers. Wegfietsers versus mountainbikers. Nu dus die nieuwe categorie. Ineens hoor ik bij de wandelaars omdat zij en ik 'echt' zijn want de hele camino gelopen.
Ik zat in Sarría vanmiddag aan een goed bord pasta te praten met de Amerikaanse Jeff, een Colombiaanse dame en een Spaanse dame wiens namen ik even kwijt ben. Jeff vertelde dat hij thuis in Pennsylvania actief is voor de Episcopal church, en hoewel dat instituut als geen ander onvoorwaardelijke acceptatie van elkaar zou moeten hebben, heeft hij de ervaring dat er enorm geoordeeld wordt over elkaar. De onvoorwaardelijkheid van de camino is vele malen royaler dan thuis, heeft hij als ervaring.
Totdat we het erover hebben dat ons groepje wel degelijk oordeelt.
We storen ons stiekem namelijk aan die niet-echte 'dagjesmensen'.
Hoezo dan?
Voornamelijk omdat ze in groepen komen, minder kilometers lopen, laat hun bed uitkomen, en al vroeg op de dag plekken bezet houden van pelgrims die al weken onderweg zijn, grotere dagafstanden lopen en daarmee later op de dag binnenkomen. Ze lopen met een dagrugzak ipv een grote rugzak. Je herkent ze van verre. Ze lopen haast té fit want hebben nog geen serieuze blaren of knie/enkelklachten. Ze hebben nog niet die typische bruine huid van wandelaars: achterkant benen en onderarmen bruin, witte voeten. Ze dragen make-up (grote verbazing bij Jeff), ze zijn nog niet zo bedaard van weken onderweg zijn en zijn daarmee zelfs totaal omgevingsongevoelig en lawaaiig want voelen zich heel wat mans. En als ze voorbij komen ruik je parfum! Douchegel! En dat hangt dan in de bossen!
De camino is enorm druk geworden. Ik beluister in gesprekken de moeite die de 'echte' pelgrims hebben om een plek te vinden. In Sarría zie ik zelfs reclames van albergues met 'speciale kortingen voor groepen'.
Vandaag werd ik zelf door een fietsgroep ingehaald. Jongens van begin 20 die met fietsen zonder enige bagage maar ook met luid bellen en joelen vol gas voorbij kwamen. Mannetjes. Knap hoor. Hou je dat tempo ook vol als je gewoon je eigen spullen meedraagt? 4,5 week lang? Tegelijk baalde ik dat op dat moment mijn middenblad nog krom was dus de competitie niet aan kon gaan.
En zouden ze het vast wel volhouden. Tegen 20-jarige jongensbenen met een onoverwinnelijke geest leg je het als vrouw van 39 wel af denk ik... :-(
Ze.
Niet OSM.
Ik lig er met drie op de kamer vanavond. Drie Koreanen (moeder met puberzoon en puberdochter) die toevallig in Nederland wonen. Het leek de hospitalero wel leuk als ik daarbij op de kamer zou komen, Hollanders.
Ik vraag de zoon waar ze gestart zijn. 'St James' (= St. Jean Pied de Port) klinkt het gehaast. We hebben het er verder niet meer over. Later bekruipt me het rare gevoel dat dat niet zo is, gebaseerd op wat ik zie bij ze. Ieder een dagrugzak. Laptop mee. Grote flessen shampoo. Puberen? Maar t zit hem ook in houding en gedrag.
Ik deel dat gevoel later op de avond met Jeff en vraag hem of dat kan, dat ze er om zouden liegen. En ik vraag hem ook hoe hij met 'hen' omgaat.
Het lijkt hem zeker mogelijk. En zijn enige manier om om te gaan met 'hen' is dat hij probeert ze te mijden en negeren.
Dan moet ik terugdenken aan mijn vorige camino. Bij de beklimming van het Cruz de Ferro werd ik joelend binnengehaald door een groep Franse wielrenners. Ik baalde van de herrie en ging wat achteraf zitten tot ze weg waren en ik mijn moment daar kon nemen. Toen zag ik ze in een kring rond het kruis staan, bidden. Een dag later werd ik door dezelfde groep wederom joelend binnengehaald op de Cebreiro en was er geen ontkomen aan, blij met mijn overwinning liet ik me toejuichen door oprecht blije fietsers. Toen hoorde ik erbij. We raakten aan de praat en het bleek dat ze de camino deden om een jonge wielrenner uit hun groep te gedenken die eerder dat jaar was omgekomen in het verkeer. Ik ben onder de indruk. Ze nodigen me uit de dienst bij te wonen in het kerkje op de top van de Cebreiro. Het peloton gaat naar binnen en dan doet een van hen een priestergewaad aan over zijn fietspakje. Ineens is de hele club van joelstemming over naar diepe bezinning. Kippenvel als ze de overleden jongen herdenken. Prachtige woorden, ook tranen bij mij.
Daarna nodigen ze me uit voor de lunch die in het dal zal plaatsvinden. We vertrekken gelijktijdig en ineens zijn we allemaal weer sporty, ik scheur mee in hun peloton over de top en dan hard het dal in. Het is geweldig - ik ben in bloedvorm en hou ze ondanks mijn zware fiets bij. We verbinden zij-aan-zij, elkaar uit de wind fietsend, samen.
Die les komt nu weer om de hoek kijken. Je kent die anderen niet. Oordeel er dan ook niet over. Deze camino is diezelfde les ook al voorbij gekomen, ergens in Frankrijk met dat leuke Vlaamse wielerpeloton.
En tot die tijd negeren.
22.30 Kon dat laatste maar, als de puberzoon in het bed onder mij zojuist nog even lekker z'n armen onder deo't.... Uche.
--------------
Er zijn veel mensen op aarde en daarmee ook op de camino. We zitten elkaar regelmatig in de weg. In het nieuwe boek van Dan Brown, 'Inferno' wordt tussen de (fictieve) personages een wetenschappelijke discussie gevoerd over het probleem en mogelijke oplossing van overbevolking. Aanrader.
www.danbrown.nl
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley